Spraaktaalonderzoek |
Spraaktaalonderzoek |
Kinderen leren taal uit het taalaanbod van hun omgeving. Het verschilt per kind hoe snel en hoe goed de spraaktaalontwikkeling verloopt. Soms lopen kinderen een achterstand op. Het spraaktaalteam van het Spraaktaalcentrum Amsterdam Noord (STAN) onderzoekt de spraaktaalontwikkeling van kinderen. Om een goed en compleet beeld te krijgen, zijn vaak verschillende onderzoeken nodig.
Na het onderzoek overleggen de onderzoekers met elkaar en stellen zij een advies op. Mocht hier aanleiding voor zijn, dan maken we direct een afspraak om het advies in een persoonlijk gesprek toe te lichten. In andere gevallen wordt het advies vaak aansluitend aan het onderzoek toegelicht. Het advies kan bestaan uit het doorverwijzen naar een logopedist, een behandelgroep of een andere discipline/instantie. Soms is een vervolgonderzoek nodig.
Om onderzoek te kunnen laten doen bij een audiologisch centrum heeft u een verwijzing nodig van een arts. Dit kan de jeugdarts van het consultatiebureau zijn of bijvoorbeeld de huisarts of KNO arts. Nadat het audiologisch centrum de verwijzing heeft ontvangen, krijgt u een uitnodiging voor het onderzoek van uw kind.
Het Spraaktaalcentrum Amsterdam Noord is gericht op jonge kinderen. Bij het Audiologisch Centrum Holland Noord kan iedereen, van jong tot oud, terecht die klachten heeft aan het gehoor of problemen heeft met spraak en taal.
Klik hier voor meer informatie over het Audiologisch Centrum Holland Noord.
Voor meer informatie over onderzoek en behandeling kunt u contact opnemen met het Spraaktaalcentrum Amsterdam Noord (STAN) via telefoonnummer 020-5745920 of een email sturen naar stan@nsdsk.nl.
Kinderen leren taal uit het taalaanbod van hun omgeving. Het verschilt per kind hoe snel en hoe goed de spraaktaalontwikkeling verloopt. Soms lopen kinderen een achterstand op. Het spraaktaalteam van het Spraaktaalcentrum Amsterdam Noord (STAN) onderzoekt de spraaktaalontwikkeling van kinderen. Om een goed en compleet beeld te krijgen, zijn vaak verschillende onderzoeken nodig.
Bij dit onderzoek zit uw kind bij u op schoot, en houdt een onderzoeker de aandacht van uw kind vast. Een andere onderzoeker laat in een testopstelling met beeldschermen en luidsprekers soms testgeluiden horen. Wanneer uw kind bij het horen van een geluid direct reageert door de kant op te kijken waar het geluid vandaan komt, krijgt uw kind als beloning een leuk plaatje op een scherm. Wanneer uw kind geleerd heeft dat het met leuke plaatjes beloond wordt als het op geluiden reageert, kunnen wij een betrouwbare gehoortest afnemen. Daarnaast doen we twee korte tests met een dopje in het oor, om te meten of het binnenoor en middenoor goed werken.
Het gehooronderzoek gebeurt via een spelletje, meestal met blokken of een toren. Uw kind wacht vol spanning tot er een leuk toontje klinkt: dan mag uw kind een blokje in de doos doen of een verdieping op de toren zetten. Uw kind oefent eerst en krijgt later een hoofdtelefoon op, zodat we beide oren apart kunnen testen.
Soms vragen we een aantal woordjes na te zeggen. Daarnaast doen we twee korte tests met een dopje in het oor, om te meten of het binnenoor en middenoor goed werken.
Het gehoor wordt getest zoals bij volwassenen. Uw kind krijgt een hoofdtelefoon op en moet op een knopje drukken als het een piep hoort. Ook vragen we om verschillende woordjes na te zeggen. Daarna onderzoeken we met een dopje in het oor de beweeglijkheid van het trommelvlies.
De logopedist stelt u vragen over de spraaktaalontwikkeling van uw kind. Na dit gesprek volgt een aantal testen. Bij jonge kinderen gebeurt dit spelenderwijs. De logopedist kijkt naar de manier waarop uw kind communiceert, hoe goed uw kind taal begrijpt, hoeveel woorden uw kind kent, welke zinnen uw kind maakt en hoe verstaanbaar uw kind is. In veel gevallen heeft u thuis, voorafgaand aan het onderzoek, een of twee woordenlijsten ingevuld die de logopedist tijdens het onderzoek met u bespreekt.
Wanneer er problemen zijn in de algehele ontwikkeling heeft dit vaak invloed op de spraaktaalontwikkeling en omgekeerd. Als het nodig is, wordt in overleg met u, een psychologisch onderzoek bij uw kind afgenomen. De gedragswetenschapper (psycholoog/orthopedagoog) stelt u een aantal vragen over de algehele ontwikkeling van uw kind. Na dit gesprek volgt een test. Bij jonge kinderen gebeurt dit spelenderwijs. Hierbij kijken we onder andere naar het leervermogen, de aandacht en concentratie, het gedrag en de motoriek. Bij kinderen met spraaktaalproblemen nemen we in de meeste gevallen een niet-talige ontwikkelingstest of intelligentietest af (uw kind hoeft geen taal te begrijpen of te gebruiken om de test goed uit te voeren).
Bij het linguïstisch onderzoek doet de klinisch linguïst uitgebreider onderzoek naar de spraaktaalontwikkeling. Zo kunnen er gerichte behandeladviezen worden opgesteld. De (aanvullende) testen zijn op het gebied van de spraakproductie, woordenschat, zinsbouw of vertelvaardigheid. Ook maken wij filmopnames om de spontane taal van uw kind te onderzoeken. Indien uw kind een andere moedertaal heeft dan het Nederlands vragen wij de hulp van een tolk.
Wanneer uw kind een andere taal dan het Nederlands of meerdere talen tegelijk leert, is de oorzaak van de spraaktaalachterstand vaak niet duidelijk. Soms is het spraaktaalprobleem maar in één taal aanwezig en ontwikkelt het kind de andere taal wel naar verwachting. Het is daarom belangrijk om bij meertalige kinderen de spraaktaalontwikkeling in alle talen te onderzoeken. De logopedist doet het onderzoek bij kinderen jonger dan vier jaar en de klinisch linguïst bij kinderen ouder dan vier jaar, met behulp van een tolk. We nemen een test af om te zien hoeveel uw kind begrijpt in zijn of haar moedertaal. Ook kijken we hoeveel woorden uw kind begrijpt of zegt. De onderzoeker luistert samen met de tolk ook naar de woorden en zinnen die uw kind zegt. Zo bekijken wij of er problemen zijn in de uitspraak of de zinsbouw.
Na het onderzoek overleggen de onderzoekers met elkaar en stellen zij een advies op. Mocht hier aanleiding voor zijn, dan maken we direct een afspraak om het advies in een persoonlijk gesprek toe te lichten. In andere gevallen wordt het advies vaak aansluitend aan het onderzoek toegelicht. Het advies kan bestaan uit het doorverwijzen naar een logopedist, een behandelgroep of een andere discipline/instantie. Soms is een vervolgonderzoek nodig.
Om onderzoek te kunnen laten doen bij een Audiologisch Centrum heeft u een verwijzing nodig van een arts. Dit kan de jeugdarts van het consultatiebureau zijn of bijvoorbeeld de huisarts of KNO arts. Nadat het Audiologisch Centrum de verwijzing heeft ontvangen, krijgt u een uitnodiging voor het onderzoek van uw kind.
Het Spraaktaalcentrum Amsterdam Noord is gericht op jonge kinderen. Bij het Audiologisch Centrum Holland Noord kan iedereen, van jong tot oud, terecht die klachten heeft aan het gehoor of problemen heeft met spraak en taal.
Klik hier voor meer informatie over het Audiologisch Centrum Holland Noord.
Voor meer informatie over onderzoek en behandeling kunt u contact opnemen met het Spraaktaalcentrum Amsterdam Noord (STAN) via telefoonnummer 020-5745920 of een email sturen naar stan@nsdsk.nl.
Audiologisch Centrum |
Volg ons op |
|
Spraaktaalcentrum Amsterdamse Poort |
Contact
|