Spraaktaalonderzoek |
Spraaktaalonderzoek |
Zijn er twijfels over de taalontwikkeling? Dan kan je kind onderzocht worden door een spraak-taalteam. Dit team bestaat uit logopedisten, linguïsten, gedragsweten-schappers en audiologen. Om een goed en compleet beeld te krijgen, zijn vaak verschillende onderzoeken nodig.
Om onderzoek te kunnen laten doen bij een audiologisch centrum heb je een verwijzing nodig van een arts, bijvoorbeeld de jeugdarts van het consultatiebureau, de huisarts of de KNO-arts. Nadat het Audiologisch Centrum Holland Noord (ACHN) de verwijzing heeft ontvangen krijg je een ontvangstbevestiging. Je ontvangt een uitnodiging via de telefoon of mail, als je kind aan de beurt is.
Na het onderzoek overleggen de onderzoekers met elkaar en stellen zij een advies op. Het advies kan bestaan uit het doorverwijzen naar een logopedist, een behandelgroep of een andere discipline/instantie. Soms is een vervolgonderzoek nodig.
Audiologisch Centrum Holland Noord. Bel met 072-5141050 of mail naar achn@nsdsk.nl. Spraaktaalcentrum Amsterdam Noord . Bel met 020-5745920 of mail naar stan@nsdsk.nl.
Spraaktaalcentrum Amsterdamse Poort. Bel met 020-2382571 of mail naarstap@nsdsk.nl
Bezoek www.nsdsk.nl/locaties voor meer informatie.
Zijn er twijfels over de taalontwikkeling? Dan kan je kind onderzocht worden door een spraak-taalteam. Dit team bestaat uit logopedisten, linguïsten, gedragswetenschappers en audiologen. Om een goed en compleet beeld te krijgen, zijn vaak verschillende onderzoeken nodig.
Om onderzoek te kunnen laten doen bij een audiologisch centrum heb je een verwijzing nodig van een arts, bijvoorbeeld de jeugdarts van het consultatiebureau, de huisarts of de KNO-arts. Nadat het Audiologisch Centrum Holland Noord (ACHN) de verwijzing heeft ontvangen krijg je een ontvangstbevestiging. Je ontvangt een uitnodiging via de telefoon of mail, als je kind aan de beurt is.
Een medewerker van het spraak-taalteam doet eerst een gehooronderzoek bij je kind. Daar beginnen wij mee om te zien of het gehoor voldoende is. Goed horen is belangrijk voor het leren praten.
Bij dit onderzoek plakken we 4 elektrodes op het hoofd: één achter elk oor en twee op het voorhoofd. Je kind krijgt via een zacht oordopje verschillende testgeluiden te horen. Via de elektrodes meten we of het geluid via de gehoorzenuw in de hersenen aankomt. Het is belangrijk dat je kind tijdens deze meting slaapt.
Bij dit onderzoek zit je kind bij jou op schoot. Een onderzoeker houdt de aandacht van je kind vast. Een andere onderzoeker laat geluiden horen. Reageert je kind direct bij het horen van een geluid, dan krijgt je kind als beloning een leuk plaatje op een scherm. Wij kunnen een betrouwbare test afnemen, als je kind heeft geleerd dat het beloond wordt als het op geluiden reageert.
Daarnaast doen we twee korte onderzoeken met een dopje in het oor, om te meten of het binnenoor en middenoor goed werken.
Het gehooronderzoek gebeurt via een spelletje, meestal met blokken of een toren. Je kind wacht vol spanning tot er een geluidje klinkt: dan mag je kind een blokje in de doos doen of een verdieping op de toren zetten. Je kind oefent eerst zonder hoofdtelefoon. Later krijgt je kind een hoofdtelefoon op, zodat we beide oren apart kunnen testen.
Soms vragen we een aantal woordjes na te zeggen. Daarnaast doen we twee korte onderzoeken met een dopje in het oor, om te meten of het binnenoor en middenoor goed werken.
Je kind krijgt een hoofdtelefoon op en moet op een knopje drukken als het een piep hoort. Ook vragen we om verschillende woordjes na te zeggen. Daarnaast doen we twee korte onderzoeken met een dopje in het oor, om te meten of het binnenoor en middenoor goed werken.
De logopedist stelt jou vragen over de spraak-taalontwikkeling van je kind. Je hebt misschien thuis al een of twee woordenlijsten ingevuld, die de logopedist tijdens het onderzoek met je bespreekt. Na dit gesprek volgt een aantal testen. Bij jonge kinderen gebeurt dit spelenderwijs.
De logopedist kijkt naar de manier waarop je kind communiceert:
Een probleem in de algehele ontwikkeling kan invloed hebben op de spraak-taalontwikkeling en omgekeerd. Daarom wordt vaak ook een psychologisch onderzoek bij je kind afgenomen. De gedragswetenschapper stelt je een paar vragen over de algehele ontwikkeling van je kind. Na dit gesprek volgt een test. Bij jonge kinderen gebeurt dit spelenderwijs. Hierbij kijken we onder andere naar het leervermogen, de aandacht en concentratie, het gedrag en de motoriek. We gebruiken meestal een niet-talige ontwikkelingstest. Dit betekent dat je kind geen taal nodig heeft om de test goed uit te voeren.
Bij het linguïstisch onderzoek doet de klinisch linguïst uitgebreider onderzoek naar de spraak-taalontwikkeling. Bijvoorbeeld op het gebied van de spraakproductie, woordenschat, zinsbouw of vertelvaardigheid. Ook maken wij filmopnames om de spontane taal van je kind te onderzoeken.
Spreekt je kind ook een andere taal dan het Nederlands? Dan is de oorzaak van de spraak-taalachterstand vaak niet duidelijk. Soms is het spraak-taalprobleem maar in één taal aanwezig en ontwikkelt het kind de andere taal wel naar verwachting. Daarom is het belangrijk om bij meertalige kinderen de spraak-taalontwikkeling in alle talen te onderzoeken. De logopedist doet het meertaligheidsonderzoek bij kinderen jonger dan vier jaar en de klinisch linguïst bij kinderen ouder dan vier jaar, met behulp van een tolk. We nemen een test af om te zien hoeveel je kind begrijpt in de thuistaal. Ook kijken we samen met een tolk naar de woorden en zinnen die je kind zegt in de thuistaal. Zo kunnen we beoordelen of er problemen zijn in de uitspraak of de zinsbouw.
Na het onderzoek overleggen de onderzoekers met elkaar en stellen zij een advies op. Mocht hier aanleiding voor zijn, dan maken we direct een afspraak om het advies in een persoonlijk gesprek toe te lichten. In andere gevallen wordt het advies vaak aansluitend aan het onderzoek toegelicht. Het advies kan bestaan uit het doorverwijzen naar een logopedist, een behandelgroep of een andere discipline/instantie. Soms is een vervolgonderzoek nodig.
Na het onderzoek overleggen de onderzoekers met elkaar en stellen zij een advies op. Het advies kan bestaan uit het doorverwijzen naar een logopedist, een behandelgroep of een andere discipline/instantie. Soms is een vervolgonderzoek nodig.
Audiologisch Centrum Holland Noord. Bel met 072-5141050 of mail naar achn@nsdsk.nl. Spraaktaalcentrum Amsterdam Noord. Bel met 020-5745920 of mail naar stan@nsdsk.nl.
Spraaktaalcentrum Amsterdamse Poort. Bel met 020-2382571of mail naar stap@nsdsk.nl.
Bezoek www.nsdsk.nl/locaties voor meer informatie.
Audiologisch Centrum |
Volg ons op |
|
Spraaktaalcentrum Amsterdamse Poort |
Contact
|