Het eerste jaar van onze bestuurder Jelle Buijtendijk 

Lees voor
Jelle Buijtendijk is net een jaar bestuurder van de NSDSK. Altijd een goed moment om terug te kijken, de balans op te maken, maar ook om elkaar toch nog wat beter te leren kennen. Want hoe doe je dat, als je ergens binnenstapt waar 250 mensen werken? Wat vindt Jelle belangrijk, waar hoopt hij meer over te leren en wat wil hij graag meegeven als bestuurder? Onze collega Daphne Blokhuis ging met hem in gesprek. 

Zeg, even vanaf het begin. Voor mensen die jou nog niet veel hebben gesproken. Wat zijn belangrijke karaktereigenschappen van jou? 

“Ja, goede vraag… Als jongste uit een gezin van vier ben ik erg observerend. Ik hou van mensen om me heen en heb vaak een bemiddelende rol. Ik zet me altijd actief in om harmonie op te zoeken en te bereiken. Iedereen moet zich gehoord voelen. Inclusiviteit, gezelligheid… en ik ben grenzeloos positief.  

Is die positiviteit een keuze of zit dat echt in je systeem? 

“Dat gaat automatisch. Ik heb echt een positief beeld van de mens. ‘De meeste mensen deugen’ (van Rutger Bregman)  is een boek naar mijn hart. Ik vertrouw iedereen van nature. Soms kom je dan in een situatie waarin dat onterecht blijkt, maar dan geloof ik dat het niet zo gebeurt omdat de ander mij kwaad wil doen, maar juist omdat er andere prikkels in zijn of haar leven zijn. Die kijk, dat is wat ik wil meebrengen naar de NSDSK.  

Mijn eerste vrouw is overleden en dat is een hele moeilijke periode geweest. Het was ontzettend zwaar, maar toch is die periode me ook erg dierbaar. Dichterbij elkaar kom je bijna niet en dat draag ik met me mee. Alles heeft een positieve kant. Zo’n kijk helpt ook op de werkvloer met oplossingen en harmonie, en daar sta ik gelukkig niet alleen in. Dat doe je met elkaar. Op pad, aan tafel, in gesprek. Ik ben erg nieuwsgierig en ga graag op zoek naar de onderstroom.” 

Een woord dat jij ook veel gebruikt is verbinding. 

“Ja, dat heb je echt nodig. Het is fijn dat we werk doen dat doen een maatschappelijk doel dient. Het gaat over inclusiviteit, jezelf uitdrukken en de ander begrijpen. Dat willen we voor iedereen mogelijk maken en dat gezamenlijke doel helpt in de verbinding. Daarnaast kent een groot deel van de NSDSK elkaar bij naam en weten we wat de ander doet. Zelf zit ik niet alleen maar op kantoor in Amsterdam, maar ga ik ook wekelijks naar Alkmaar bijvoorbeeld. Het is niet voor iedereen mogelijk overal langs te gaan, dat zou het dagelijkse werk te veel in de weg zitten, maar daarvoor zijn bijvoorbeeld personeelsdagen. Ook vind ik de masterclasses een prachtig systeem: dat we vanuit de academie kennis opbouwen, maar ook kennisoverdracht organiseren en dat ook voor ontmoeting zorgt.” 

Als bestuurder misschien ook wel lastig, zo’n platte organisatie waarbij iedereen elkaar kent of wil kennen. Je bent bezig met elke collega, elk team, het MT en externe partijen. Heb je daar balans in gevonden? 

“Het is wel veel, je kent niet zomaar iedereen. Niet binnen de NSDSK en ook niet daarbuiten. Ik denk wel echt dat het belangrijk is, omdat je meer bereikt als je elkaar beter kent. Die lat leg ik wel voor mezelf, hoewel ik nog niet durf te zeggen dat ik de balans al helemaal heb gevonden. Wel voel ik me waanzinnig welkom en dat helpt een hoop.” 

Ik dacht: nieuwe bestuurder, die zegt meteen: ‘dit gaan we zo doen, dit is onze koers’. Maar zo kijk jij niet naar die rol hè?  

“Dit jaar maakten we een strategisch meerjarenplan voor de komende vijf jaar. Het is goed dat die strategie er is: de gezamenlijke koers is nodig om op kleinere schaal het vertrouwen, het lef en de creativiteit te vinden om te doen wat nodig is. Maar bij veel bedrijven zie je dat één iemand verantwoordelijk is, diegene besluiten neemt en dat dan als een waterval naar beneden sijpelt de organisatie in. Bij de NSDSK wordt de kern juist uitgevoerd op de werkvloer, daar zijn de cliënten en dat is waar we voor staan. Dat zijn de belangen die ik moet behartigen als bestuurder. Die stroom gaat bij hier dus eigenlijk precies de andere kant op: van beneden naar boven. Heel fijn dat het een platte organisatie is, want dan krijg je veel kunde en ervaringen mee van iedereen die hier werkt en kan je daardoor betere keuzes maken.” 

Heb je wel een paradepaardje van de meerjarenstrategie die er nu ligt? 

“Nee, niet zozeer. Het collectieve verlangen om nog beter te worden. Het beste te doen voor. Dat is voor mij het belangrijkste onderdeel. We werden laatst door een externe partij ‘vooroverleuners’ genoemd, dat vond ik erg treffend. We doen wat belangrijk is en dat doen we actief, we wachten niet af tot het ons gevraagd wordt. Allemaal ontstaan omdat we het idee hebben dat het beter kan en moet. Dat zie je in veel zaken terug: bijvoorbeeld in de wachtlijstproblematiek in Amsterdam die niet direct door ons op te lossen is, maar waar wij wel een bijdrage aan willen leveren. We kunnen gesprekken versnellen omdat we niet praten over het middel, maar het doel. Daar heb ik echt zin in.” 

Wat zijn jouw doelen voor de komende jaren? 

“De balans vinden, waar we het eerder over hadden. Iets concreets? Ik laat me nu scholen in financieel management in de zorg, want daar valt of staat onze organisatie natuurlijk mee. Iets minder concreet is dat ik wil groeien in het vak van bestuurder. Leren aanvoelen waar je vaart kan maken en waar je op de rem moet trappen. Waar is het netwerk nodig, waar kun je zelf ontwikkelen. Door meer ervaring op te doen leer je dat makkelijker herkennen.” 

Misschien een gekke vraag, maar was het voor jou nog lastig om specifiek de rol van bestuurder over te nemen na het overlijden van Ernest Müter? 

“In zoverre dat je echt in het onbekende stapt, want je weet niet hoe aanwezig dat collectieve verdriet is. Zelf kende ik Ernest niet, maar ik heb toch echt een beeld van hem gekregen door bij de NSDSK te gaan werken. Dat is bijzonder en kan je alleen maar koesteren. Als ik het dan naar mijn eigen leven toe trek: het leven ging door na het overlijden van mijn eerste vrouw. Ik had een kind van vier. Maar de mooie herinneringen zijn echt in ons leven aanwezig en daar ben ik blij mee, met de keuze iemand onderdeel van je leven te houden. Zo zie ik ook de aanwezigheid van Ernest: een waardevol onderdeel van de NSDSK. 

Het was wel spannend, maar ik zit hier als bestuurder niet als een ander persoon dan als echtgenoot, vader of vriend. Mijn positiviteit komt ook hier naar boven en past hier goed. Die veerkrachtigheid zie je namelijk ook als je binnenkomt bij de NSDSK: we gaan met bezieling door met waar we in geloven.”